Een citaat is een stuk tekst dat je letterlijk overneemt uit de bron.
Je gebruikt een citaat:
Een citaat van minder dan 40 woorden staat in de lopende tekst tussen "dubbele aanhalingstekens";
Een citaat staat niet cursief en de tekst mag niet gewijzigd worden;
Als een stuk tekst binnen het citaat niet ter zake doet mag je het weglaten. Op de plaats van het weggelaten gedeelte zet je het beletselteken (drie puntjes) met een spatie tussen de puntjes:
Een fout in een citaat kun je aangeven door direct na de fout [sic] te vermelden;
Het is wel toegestaan om van een hoofdletter een kleine letter te maken, als het citaat niet aan het begin van een zin staat.
Een citaat van minder dan 40 woorden staat in de lopende tekst tussen "dubbele aanhalingstekens"
Noem je de auteur in de aanloop naar het citaat niet, dan plaats je de auteursnaam en het jaar en paginanummer(s) tussen de ronde haken.
Een citaat van 40 woorden of meer wordt in een losstaand, ingesprongen blok weergegeven, zonder aanhalingstekens. Boven en onder het blokcitaat komt een witregel.
Luyendijk (2015, p. 18) zegt over de Britse bankierswereld:
Ik ging wandelen en merkte direct dat ‘de City’ geen goede term meer is. In de financiële sector in Londen werken tussen de 250.000 en 350.000 mensen. Dat zijn een heleboel banen, en die zijn op meer dan één plek gaan samenklonteren.
In ons onderzoek ….
Auteur tussen haakjes:
In Dit kan niet waar zijn staat hierover:
Ik ging wandelen en merkte direct dat ‘de City’ geen goede term meer is. In de financiële sector in Londen werken tussen de 250.000 en 350.000 mensen. Dat zijn een heleboel banen, en die zijn op meer dan één plek gaan samenklonteren. (Luyendijk, 2015, p. 18)
In ons onderzoek ….
Let op! In het tweede voorbeeld wordt de titel van het boek cursief vermeld. De punt komt hier voor de bronverwijzing omdat de verwijzing geen deel uitmaakt van het citaat.