Skip to Main Content

Auteursrechten (NL): Eigen publicatie

Een uitgebreide uitleg over auteursrechtelijke kwesties en bijbehorende wet- en regelgeving voor het groene hbo

Je wilt auteursrechtelijk beschermd materiaal (tekst en/of afbeeldingen) gebruiken ter toelichting van het onderwijs?

Wie heeft het auteursrecht?

Als docent ben je vaak zelf auteur of maker. Je schrijft bijvoorbeeld een artikel in een vakblad of maakt beeld- of geluidsopnames tijdens het onderwijs. 

De maker van een werk krijgt volgens de Auteurswet automatisch het auteursrecht op dat werk. Er is één belangrijke uitzondering op deze regel, namelijk als het werk in dienstverband wordt gemaakt. Artikel 7 van de Auteurswet (over het werkgeversauteursrecht) zegt: “Indien de arbeid, in dienst van een ander verricht, bestaat in het vervaardigen van bepaalde werken van letterkunde, wetenschap of kunst, dan wordt, tenzij tussen partijen anders is overeengekomen, als de maker van die werken aangemerkt degene, in wiens dienst de werken zijn vervaardigd.”

Publicatiebeleid van de hogeschool

Hogescholen hebben volgens de wet en de cao in beginsel het auteursrecht op het werk en de creaties van medewerkers. Aeres Hogeschool, HAS green academy en Hogeschool Van Hall Larenstein zijn dus de auteursrechthebbende van alle producten van docenten en onderzoekers voor zover zij een arbeidsovereenkomst hebben met een van deze instellingen en voor zover deze producten gemaakt zijn in het kader van opgedragen werkzaamheden. De groene hogescholen hebben een publicatiebeleid dat voorschrijft om in eigen beheer te publiceren en een Creative Commons-licentie te verbinden aan je eigen werk. In de praktijk blijkt dit soms complexer, vooral wanneer de instelling de publicatie niet zelf uitgeeft. Boeken en artikelen worden veelal door een (commerciële) uitgever gepubliceerd. Het is belangrijk om dan met alle partijen vooraf goede afspraken te maken en deze vast te leggen.

Meerdere auteurs

Bij publicaties met meerdere auteurs is er meestal sprake van gezamenlijk auteursrecht. Voor alles wat met de publicatie wordt gedaan, is toestemming nodig van de coauteurs. Je hoeft echter geen rekening met coauteurs te houden als je eigen werk een deel is van een gezamenlijk werk waarbinnen de werken bij elkaar horen. Deze werken moeten aan elkaar aangepast en te scheiden zijn. Denk bijvoorbeeld aan hoofdstukken in een boek. Waar het op aankomt, is dat de individuele bijdragen van de verschillende auteurs nog te onderscheiden zijn.

Overeenkomst met een uitgever

Formeel kan alleen een hogeschool, als auteursrechthebbende, afspraken maken met een uitgever. De hogescholen laten echter de uitoefening van het auteursrecht veelal over aan de medewerker. Dit betekent doorgaans dat de medewerker zich conformeert aan de uitgangspunten gesteld in het interne (Open Access) publicatiebeleid, tenzij er zwaarwegende redenen zijn om dit niet te doen.

Het is mogelijk om in onderling overleg en bij voorkeur schriftelijk afspraken met een uitgever te maken over het auteursrecht op je (onderzoeks)publicaties. Wat je daarna met je eigen materiaal mag doen, is afhankelijk deze afspraken die voorgaan voor op de bepalingen van de Auteurswet en cao. Hierbij kan het bijvoorbeeld gaan om:

  • hergebruik in reader of elektronische leeromgeving (ELO);
  • verzenden via de e-mail;
  • plaatsen op een (publiek toegankelijke) website;
  • opnemen in de eigen repository van de hogeschool;
  • gebruiken voor toekomstige onderwijsprojecten;
  • aanpassen na verschijning.

Het is noodzakelijk om goede afspraken te maken met de uitgever over de gebruiksmogelijkheden van het materiaal. Je wilt immers voorkomen dat de rechten om zelf het materiaal te kunnen verspreiden en gebruiken exclusief aan de uitgever worden overgedragen. Jisc's open policy finder geeft per uitgever of tijdschrift een overzicht van het beleid ten aanzien van auteursrecht en lokaal archiveren, wanneer je daarin overweegt te publiceren.

Soorten overeenkomsten en de consequenties

Het is mogelijk om in onderling overleg en bij voorkeur schriftelijk afspraken met een uitgever te maken over het auteursrecht op je (onderzoeks)publicaties. Bij een schriftelijke overeenkomst zijn er verschillende mogelijkheden:

Soort overeenkomst Wat betekent dat in de praktijk?
Je draagt het auteursrecht over aan de uitgever.
  • De uitgever mag doen wat hij wil met het werk;
  • Je hebt geen zeggenschap meer over je werk en moet toestemming vragen bij de uitgever.

Je geeft de uitgever een exclusieve licentie.

  • Je draagt het auteursrecht niet over;
  • De uitgever heeft wel een volledig gebruiksrecht, hij mag alles met het materiaal doen;
  • Je moet toestemming vragen bij de uitgever.
Je geeft de uitgever een niet-exclusieve licentie.
  • Je maakt duidelijke afspraken met de uitgever over wat je met je werk mag doen;
  • De uitgever mag alleen die dingen met het materiaal doen, die in de overeenkomst beschreven staan;
  • Deze overeenkomst heeft vaak de voorkeur volgens het publicatiebeleid.

Als je een mondelinge overeenkomst sluit over publicatie van je werk, geef je over het algemeen alleen toestemming voor plaatsing van een artikel in een nummer van een tijdschrift. Je mag verder zelf bepalen wat je met het artikel wilt doen. Er is hier geen sprake van overdracht van auteursrecht; dit kan alleen via een schriftelijk contract. In sommige gevallen staat in het colofon van het tijdschrift aangegeven waarvoor je toestemming hebt gegeven, dit heeft echter geen enkele juridische waarde.

Meer weten

Interessante links:

Nog meer informatie nodig? Neem contact op met het Auteursrechten Informatiepunt (AIP) van je instelling. De medewerkers van het AIP informeren en adviseren je graag.

Naar de volgende vraag